Een nieuwe kijk op veiligheid: 3 tips

Dit blog is eerder verschenen als artikel in het Jaarboek 2020 van De Veiligheidskundige met de titel 'De Veiligheidskundige in 2021: hard op de risico's en zacht op de mens'

OK, ik geef het toe. Ik zie bijna alleen maar gevaren. Overal en altijd, en zo erg, dat het verlammend werkt. Het was al vroeg duidelijk dat mijn jongste zoon een echte klimgeit was. Een avonturier. Overal op en in klimmen. Op de hoogste klimrekken, en in de hoogste takken van de bomen klom hij. En wat deed ik? ‘Let op, let op!’ roepen. Zo’n schreeuwende moeder, je kent het wel. Nou dat werkte niet. Mijn zoontje zei ietwat bozig ‘doe ik ook!’. En vervolgens reageerde hij niet meer. Hoe kon ik dat nou anders doen?

Dit is voor mij een van de belangrijkste voorvallen die mij in mijn ouderschap tot nu toe is bijgebleven. Een mooie leerschool voor persoonlijke ontwikkeling. Want hoe doe ik dat nou? Loslaten. Ik ben nu eenmaal bezorgd. Ik zie gevaren, overal waar ik kijk. Daarom heb ik ook voor het vak van de veiligheidskunde gekozen. 

In dit persoonlijke artikel wil ik jullie graag meenemen in mijn metafoor van het ouderschap, die mij lessen leert voor ons vak. Ons mooie vak van de veiligheid. En dat in een bijzonder jaar, een zeer bijzonder jaar, 2020. Het jaar van COVID-19. Een jaar dat we niet snel zullen vergeten. Een jaar van onzekerheid. Een jaar van een eerste en een tweede golf. Een jaar waarin ik, noodgedwongen, een complete thuiswerkplek heb ingericht. En expert ben geworden in online vergaderen. Naar kantoor gaan was er niet meer bij. Collega’s zag ik vooral online. En als we elkaar eens bij het opnemen van een webinar zagen, was dat voor mij echt een uitje. Als je mij dat vorig jaar had verteld, had ik je keihard uitgelachen.

Stilvallen is zo gek nog niet

Maar 2020 is ook het jaar waarin ik letterlijk ben stilgevallen. Van vier dagen in de week back-to-back vergaderingen naar één Zoom-meeting per dag. Ik had opeens weer tijd. Tijd voor mezelf. Tijd voor reflectie. Kortom, tijd voor bezinning. En dat bracht mij ook iets moois: mijn verwondering kwam terug. Ik besefte weer waarom ik dit vak van de veiligheid zo mooi vind en wat ik graag wil bijdragen aan deze wereld. Waar ik het allemaal voor doe. En zo is mijn blogwebsite ontstaan. Een plek waar ik mijn inspiratie over veiligheid, verbinding en vertrouwen kwijt kan. Maar wat is dat dan, die inspiratie? 

Daarvoor gaan we terug naar het voorbeeld van mijn zoontje. Hoe kan ik ervoor zorgen dat de bezorgdheid niet de overhand neemt in mijn gedrag? En dat ik in contact blijf met mijn zoontje? Ik ging op zoek naar manieren om hiermee om te gaan. De filosofie van appreciative inquiry (waarderend onderzoeken) kwam op mijn pad. En toen werd ik enthousiast! Ja, dit gaat me helpen. 

Alles wat je aandacht geeft, groeit

De aloude slogan van Aristoteles. Dat is de essentie van appreciative inquiry. De meeste onderzoeksmethoden zijn gericht op het onderzoeken en oplossen van een probleem. Dan leg je de aandacht op het probleem. Op de fouten. De dingen die niet goed gaan. En, los van de energie en het chagrijn, leg je daarmee dus (onbewust) alle aandacht op de dingen die fout gaan. En als Aristoteles gelijk heeft leidt dit er ook nog eens toe dat het erger wordt. Je krijgt nog meer problemen en maakt nog meer fouten. 

David Cooperrider heeft in de jaren ’80 daarom appreciative inquiry ontwikkeld. Aandacht geven aan dingen die goed gaan. Deze filosofie gaat uit van open vragen stellen. Met het stellen van vragen start de verandering. Verhalen dragen daaraan bij. Mensen vertellen elkaar namelijk graag verhalen. Zo ging het ook tussen Jan en Kees (zie tekstkader). En tot slot: visualiseren. Met de ‘stel dat over 10 jaar…’-vraag, ook wel de wens- of droomvraag genoemd. Een krachtige vraag waarmee je de toekomst dichterbij kan halen. En de mensen laat ervaren hoe het zou zijn. Zodra mensen daarover gaan nadenken, gaan ze daar ook naar handelen. 

Het verhaal over een koploper in veiligheid

In een bedrijf, waar ik voor een veiligheidstraject kwam, ontmoette ik Kees. Kees, de directeur, nam nergens tijd voor. Geen tijd voor het gesprek. Geen tijd voor veiligheid. Het straalde van zijn norse gezicht af dat hij geen gezeur duldde.

Dit terwijl ik in de loods echt grote veiligheidsgevaren had gezien. Hier moest de bezem door. Ik wilde het commitment van deze directeur, niet alleen van de veiligheidskundige. Maar hoe ik ook mijn best deed, ik kwam niet door het pantser. Het project kreeg geen financiering.

Totdat ik me realiseerde dat ik Jan om hulp kon vragen. Jan, een directeur van een ander bedrijf, en echt persoonlijk ambassadeur van veiligheid.

 

Ik belde Jan: ‘Jan, wil je mij een plezier doen met een lunchafspraak over veiligheid bij Kees?’ Jan zei meteen ja. Een paar weken later was het gesprek gepland.

  

Jan vertelde Kees zijn eigen verhaal. Over hoe het is om een dodelijk ongeval mee te maken. En hoe het is om een verbeterprogramma succesvol neer te zetten. En dat Jan meer successen boekte in zijn bedrijf, niet alleen met betrekking tot veiligheid. Mensen voelden zich weer gezien. Er was meer contact. En de productiviteit ging omhoog. Tot slot vroeg Jan aan Kees: ‘wat zou jij willen voor je mensen?’ En daarmee was het zaadje geplant. We konden aan de slag. Kees werd warempel een heuse koploper in veiligheid.


Pakken we een probleem aan of gaan we met het gewenste doel aan de slag?

Een belangrijk startpunt van waarderend onderzoek is dan ook: wat pakken we aan? Kijken we bijvoorbeeld naar het probleem en keren we dat probleem om voor de oplossing? Of kijken we naar wat er onder het probleem verscholen ligt, wat ons gewenste doel is? 

Marc Lammers (hockeycoach) geeft daarbij het voorbeeld uit zijn eigen hockeytijdperk. Het liep niet zo lekker in het team, er werd weinig gescoord. Een van de aanvallers had grote moeite om backhand een doelpunt te maken. Dus trainde ze dag en nacht op die backhand. Gevolg was dat ze in wedstrijden  alleen nog maar op de backhand aangespeeld werd. En dat mislukte. Nóg meer trainen. Nóg meer faalervaringen. Dus vroeg hij aan haar wat zij dacht dat zou werken. ‘Speel me aan op de forehand’, was haar antwoord. En ja hoor, ze ging weer scoren. Zijn les: maak dat wat sterk is, sterker. 

Dat kunnen we dus ook met veiligheid. Het linker plaatje kennen we. Een ongeval is een probleem, de oorzaken analyseren we. We kennen de consequenties. Door aandacht te blijven geven aan de bekende oorzaken richten we ons op dingen die fout gaan (en fout blijven gaan). Als we ons nou eens richten op het gewenste doel; bijvoorbeeld een veilige werkwijze, wat brengt ons dat? Waarschijnlijk heel andere zienswijzen op de oorzaken en de consequenties.

Moeten we onveilige situaties dan accepteren?

We voelen nu allemaal wel aan dat dit ervoor pleit om geen ongevalsonderzoek meer uit te voeren en de risico’s te laten voor wat ze zijn. Dat kan wat problematisch worden, want als we alles maar links laten liggen, dan vallen er straks doden. Dat lijkt me dus geen goed plan. 

Welke vraag stel jij aan je mensen?

Waar waarderend onderzoek wél zoden aan de dijk kan zetten, is in de omgang met mensen. Welke vragen stellen we onze mensen? Altijd maar die vraag: ‘Hoe kon het toch zo fout gaan?’ Of juist de vraag: ‘Wat zorgt ervoor dat het zo vaak goed gaat?’ Net zoals in het gesprek tussen Jan en Kees. Met die tweede vraag krijg je meer energie, meer draagvlak, en gaan mensen anders naar hun werk. Ze kijken anders naar risico’s en worden meer betrokken, waardoor hun eigen gevoel van  verantwoordelijkheid toeneemt. Meer veiligheid dus.   

Dit geldt ook voor mij en mijn zoontje. Ik mag accepteren dat ik bezorgd ben. Dat is ook goed, want daardoor let ik beter op. De vraag is of ik moet handelen vanuit die bezorgdheid, of dat het ook anders kan. Is het probleem nou dat mijn zoontje in hoge bomen klimt (het veiligheidsrisico) of is het vooral mijn reactie vanuit bezorgdheid daarop? Ik ben erachter dat ik écht niet kan voorkomen dat hij in de bomen wil klimmen. Dus ja, die situatie dien ik te accepteren. Wat ik wel kan doen is voorkomen dat hij eruit valt. Dus heb ik hem gevraagd: ‘Hoe komt het dat jij zo goed in bomen kan klimmen?’. En toen zei hij: ‘Mam, dat is omdat ik kijk op welk takje ik kan staan.’ en ‘Omdat ik het vaak oefen.’ Aha. 

En dat brengt mij tot de volgende 3 samenvattende tips voor u, als veiligheidskundige. 

Tip 1. Risico’s: koester je bezorgdheid

Het koesteren van uw bezorgdheid heeft ons veel gebracht. Zo heeft het inzetten op technische, organisatorische en culturele aspecten de afgelopen decennia veel opgeleverd. Veel minder ernstige arbeidsongevallen dan in de jaren tachtig. Pure winst!

 

En dat komt door mensen zoals u. Die hart hebben voor mensen. Hart hebben voor veiligheid. En soms hard zijn op risico’s. En terecht. 

Tip 2. Cultuur: kijk naar dat wat goed gaat en versterk dat

Zodra het over je collega’s gaat of over de leidinggevende, probeer dan eens een andere aanpak. Niet die harde risico-georiënteerde aanpak, waarin de aandacht vaak (onbewust) uitgaat naar alles wat misgaat. Maar een aanpak waarmee je de harten van mensen raakt. En dat kan met appreciative inquiry. Zodat aandacht uitgaat naar wat er óók is in organisaties. Dat wat maakt dat een vakman of vakvrouw elke dag zijn bed uitkomt. Dat wat maakt dat mensen energie krijgen op hun werk.

 

Is dat lastig? Nou en of. Het betekent wellicht voor u, dat u andere vragen gaat stellen. Vragen waarop u lang niet altijd het antwoord kent. En dat u dus ook niet altijd weet welke kant het opgaat. Maar u zult zien, dat dit zóveel meer oplevert. Zoveel meer enthousiasme en zoveel meer veiligheid. Want dan wordt veiligheid pas echt iets van de mensen, en niet alleen van de veiligheidsafdeling. 

Tip 3. Risico’s + Cultuur = Hard op het risico, zacht op de mens

Breng tot slot de aanpak samen. De aanpak waarin je hard op de risico’s bent. Je eigen bezorgdheid koestert. Om te zorgen dat jij de ‘advocaat van de duivel’ kan zijn. Maar wel een ’advocaat’ die zacht is op de mens. Niet gaat bestraffen, niet streng toespreekt of zijn boosheid op een andere manier uit, maar die vooral ziet wat de mens is en kan. Die het goede ziet in de mensen, zodat de energie stroomt. Mensen zullen zich openen en zich uit durven spreken. 

En mijn zoontje?

Die weet het inmiddels: mama is soms bezorgd. Dat komt doordat ze me wil beschermen. En mama zelf? Die heeft inmiddels haar zoon veilig leren klimmen.  Op zijn achtste verjaardag was het klimpark (aangelijnd en wel) het leukste uitje dat er was. En mama genoot. En koestert haar bezorgdheid. Net als de veiligheidskundige.


wekelijks tips en inspiratie ontvangen? Dat kan!


Inspiratiebronnen voor dit blog: